Alain en Duruflé

Openingsconcert van de zomerserie 2011 in de Nijmeegse Stevenskerk.
Erwin Wiersinga, orgel en Capella Cumerana o.l.v. Jetty Podt.
Dinsdag 21 juni 2011, aanvang 20.30. Programma met pauze en een drankje na afloop.

Het eeuwfeest van de Franse componist Jehan Alain wordt gevierd met een selectie van de prachtige koor – en orgelmuziek van deze bijzondere en geniale componist en zijn tijdgenoot Maurice Duruflé. De muziek van Alain is voor zijn tijd buitengewoon origineel, fantasierijk en kort maar krachtig. Elk stuk is anders, verrassend en uniek. En dat is extra bijzonder omdat Alain zijn talent als componist slechts in een tiental jaren ontplooide. Al op 29-jarige leeftijd sneuvelde hij in 1940 tijdens de strijd om de Loire door een Duitse kogel, twee dagen voor een wapenstilstand van kracht werd.
Van zijn compositorische nalatenschap is ongeveer een kwart aan het orgel gewijd. Dat deel is vooral bekend geworden door uitvoeringen door zijn beroemde zus en organist Marie-Claire Alain. Erwin Wiersinga speelt onder meer de Variations sur une thème de Clement Jannequin en Trois Dances. Alains kamer- en koormuziek is veel minder bekend en zelfs pas zo’n twintig jaar geleden uitgegeven en wordt in Nederland maar zelden uitgevoerd. Terwijl het “Juweeltjes” zijn, aldus dirigente van het uitvoerende koor Capella Cumerana, Jetty Podt. “Het is heel sfeervol met hele mooie harmonieën, typisch impressionistische Franse muziek van het begin van de twintigste eeuw.” Eigenlijk is er best een groot contrast tussen de vocale werken en de veel meer eigenzinnige orgelmuziek, meent zij. Het koor brengt onder meer Cantique en mode phrygien, Fantaisie a bouche fermée en Variations chorales sur Sacris Solemniis.
De muziek van Alain wordt vanavond voorafgegaan door enkele composities van zijn tijdgenoot en collega-organist Maurice Duruflé. Duruflé was een perfectionist en de omvang van zijn oeuvre is dan ook zeer beperkt. Het bekende Requiem van deze componist typeert zijn stijl: veelal gebaseerd op gregoriaanse thema’s, met in ieder geval al vloeiende lijnen, benadrukt Duruflé deze in zijn composities nog eens extra. Twee orgelwerken Prelude en Scherzo en drie vocale Notre Père en de motetten Ubi Caritas en Tota pulchra es, Maria, zijn te beluisteren.